Het ministerie van Financiën voorspelt dat het bruto binnenlands product (BBP) dit jaar met 3,3 of 3,4% zal groeien, tegenover de doelstelling van 3,1% die in april was vastgesteld.

Voor 2023 gaat de regering uit van een bbp-groei van 0,6-0,7%, ver onder de eerdere doelstelling van 2,4%, zeiden twee bronnen die bekend zijn met de zaak op vrijdag, waarbij ze waarschuwden dat de schattingen nog steeds onderhevig waren aan wijzigingen vanwege de steeds onzekerder wordende vooruitzichten.

Draghi heeft sinds januari al zo'n 66 miljard euro ($64,3 miljard) uitgetrokken om te proberen de gevolgen van de stijgende elektriciteits- en gasrekeningen voor bedrijven en gezinnen te verzachten.

Zijn opvolger, die zondag uit de algemene verkiezingen komt, zal waarschijnlijk hetzelfde pad moeten bewandelen.

Italië is van plan om zijn doelstelling voor het begrotingstekort voor 2022 te bevestigen op 5,6% van de nationale productie, zoals vastgesteld in april, zei minister van Economie Daniele Franco vorige week. Door de lager dan verwachte groei zal het begrotingstekort volgend jaar boven de eerder beoogde 3,9% uitkomen.

De prognoses staan in het Economisch en Financieel Document (DEF) van het ministerie van Financiën dat op 27 september gepubliceerd wordt.

Bovendien zijn ze gebaseerd op een ongewijzigd beleidsscenario, aangezien Draghi het aan de volgende regering overlaat om ambitieuzere doelen te stellen, voordat hij de begroting voor 2023 aan de autoriteiten van de Europese Unie en het Italiaanse parlement voorlegt.

Italië zou de ontwerpbegroting half oktober ter goedkeuring naar Brussel moeten sturen, maar de bronnen zeiden dat de tijd die nodig is om een nieuwe regering te vormen, een vertraging dit jaar zou kunnen betekenen.

De nationalistische Giorgia Meloni, de koploper om de volgende premier van Italië te worden, plant miljarden aan belastingverlagingen in de begroting van 2023 om de groei te stimuleren, zei haar economisch adviseur.

In een interview met Reuters op 25 augustus zei Meloni dat ze de begrotingsregels van de Europese Unie zou respecteren en geen gat in de financiën van het land zou slaan.

Met een inflatie die de dubbele cijfers nadert, heeft de ECB in juli en september twee buitensporige renteverhogingen doorgevoerd en nog meer actie beloofd, wat de inspanningen van Italië om de dreiging van een recessie af te wenden en de staatsschuld te verminderen, bemoeilijkt.

De pensioenleeftijd is een van de belangrijkste kwesties waarmee de nieuwe regering in haar eerste begroting wordt geconfronteerd.

Een tijdelijke regeling die mensen toestaat om op 64-jarige leeftijd met pensioen te gaan, loopt dit jaar af. De pensioenleeftijd stijgt op 1 januari naar 67 jaar door een impopulaire hervorming uit 2011 die Liga-leider Matteo Salvini, een bondgenoot van Meloni in het rechtse blok, wil schrappen.

Een andere uitdaging is dat Rome elk jaar de pensioenen moet aanpassen aan de consumentenprijzen. Afgelopen juni zei het Ministerie van Financiën dat de pensioenrekening volgend jaar zou stijgen van de verwachte 15,7% in 2022 naar 16,2% van het BBP als gevolg van inflatie. ($1 = 1,0269 euro)