De anglofoone opstandelingen die uit de Engelstalige noordwestelijke en zuidwestelijke gebieden van Kameroen een onafhankelijke staat willen stichten, hebben dit jaar het aantal aanslagen, moorden en ontvoeringen opgevoerd.

De bus, die van de economische hoofdstad Douala naar de stad Kumba reed, kwam onder vuur te liggen in de buurt van de stad Ekona, zei een ambtenaar van het vervoerssyndicaat, die om veiligheidsredenen niet bij naam genoemd wenste te worden.

Een parlementslid voor het kiesdistrict van Ekona, Findi Stanley Mokondo, bevestigde de aanslag, maar gaf geen dodental.

Dokter Martin Mokaka, hoofd van het hoofdziekenhuis in de regionale hoofdstad Buea, zei dat er zes lijken en acht gewonde slachtoffers naar de instelling waren gebracht.

"Wij hebben een drukke dag achter de rug, waarin wij samen met de ordehandhavers hard hebben gewerkt om enkele slachtoffers te identificeren en hun families in te lichten," zei hij per telefoon.

Niet geverifieerde beelden van de nasleep die op Twitter werden gedeeld, toonden bloedende buspassagiers die stil lagen op stoelen bedekt met versplinterd glas.

Noch de separatisten, die zichzelf "Amba Boys" noemen, noch de regering waren onmiddellijk bereikbaar voor commentaar.

De opstandelingen begonnen in 2017 tegen het Kameroense leger te vechten, nadat burgerprotesten die opriepen tot meer vertegenwoordiging voor de Engelstalige minderheid van het Franstalige land, met geweld onderdrukt werden.

Scholen zijn vaak het doelwit van hun aanvallen en het onderwijssysteem is daardoor zwaar ontwricht.

De separatisten hebben op 5 sept. een twee weken durende lockdown afgekondigd in de regio's Noord-West en Zuid-West, de dag waarop de scholen na de zomervakantie weer zouden beginnen.