De huidige regering van premier Eduard Heger verloor in december een motie van wantrouwen nadat een voormalige coalitiepartij zich aansloot bij de oppositie, die beweert dat het kabinet niet genoeg heeft gedaan om de mensen te helpen met de stijgende kosten van levensonderhoud.

Volgens opiniepeilingen heeft de oppositie, waaronder de linkse Smer-partij van oud-premier Robert Fico, een voorsprong op de huidige centrumrechtse regeringspartijen.

Fico heeft zich kritisch uitgelaten over de wapenleveranties van Slowakije aan buurland Oekraïne, en zijn overwinning zou het standpunt van het NAVO-land over de betrokkenheid kunnen veranderen.

Volgens de grondwetswijziging kan het parlement zijn termijn van vier jaar verkorten als 90 van de 150 wetgevers een dergelijk voorstel steunen.

Een stemming kan plaatsvinden zodra de wijziging is gepubliceerd in een officieel register, wat gewoonlijk een dag na de goedkeuring van het wetsvoorstel gebeurt.

De vervroegde verkiezingen zouden moeten plaatsvinden op 30 september, zoals overeengekomen door de partijen van de voormalige regeringscoalitie.

Verwacht wordt dat de regering-Heger tot de vervroegde verkiezingen aanblijft als waarnemer.

Door de vervroegde verkiezingen wordt de reguliere parlementaire termijn van vier jaar met ongeveer vijf maanden ingekort.