Het Europees Parlement heeft dinsdag met een overweldigende meerderheid een wet goedgekeurd die vergelding mogelijk maakt tegen landen die economische druk uitoefenen op EU-landen om hun beleid te veranderen, zoals de handelsbeperkingen die China volgens het blok aan Litouwen heeft opgelegd.

De wetgevers stemden 578 voor en 24 tegen om het Anti-Coercion Instrument (ACI) goed te keuren, dat in de komende weken van kracht zou moeten worden.

Het voorstel is bedoeld om te voorkomen dat geopolitieke spanningen overslaan op de handel, hoewel het vooral wordt gezien als een afschrikmiddel.

In een EU-verslag over het ACI werden de regering van de voormalige Amerikaanse president Donald Trump, China en Turkije genoemd als landen die de handel als politiek instrument hebben gebruikt.

Het meest prominente recente geval betreft de Chinese handelspraktijken tegen Litouwen, nadat dat land Taiwan had toegestaan om er de facto een ambassade te vestigen.

De EU zegt dat Beijing de Litouwse export blokkeerde en bedrijven onder druk zette om Litouwse inhoud uit de toeleveringsketens te verwijderen wanneer ze naar China exporteerden.

De EU vecht China aan bij de Wereldhandelsorganisatie. Peking heeft de beschuldigingen omschreven als "puur verzinsel".

Volgens de nieuwe wet zouden de regeringen van de EU stemmen over de vraag of de economische maatregelen van een derde land neerkomen op dwang en over een antwoord van de EU, gebaseerd op een voorstel van de Europese Commissie.

Het derde land zou ook gevraagd kunnen worden om eventuele schade te vergoeden.

Als de dialoog mislukt, kan het blok beperkingen opleggen, zoals hogere invoertarieven of beperkte toegang tot openbare aanbestedingen van de EU.

De EU zou actie ondernemen als een "gekwalificeerde meerderheid" van ten minste 15 EU-landen met 65% van de EU-bevolking dit zou steunen, in tegenstelling tot sancties waarvoor individuele EU-regeringen een vetorecht hebben. (Verslaggeving door Philip Blenkinsop; Redactie door Jan Harvey)