IT-adviesbureau Atos, dat van plan is om zich op te splitsen in twee beursgenoteerde entiteiten, zei woensdag dat het verwacht dat de inkomsten van zijn verliesgevende Tech Foundations-eenheid in 2024 het dieptepunt zullen bereiken, om daarna in 2026 weer te gaan groeien.

Volgens Atos, dat woensdag een beleggersdag houdt, zal Tech Foundations - waarin de voormalige IT-adviesactiviteiten zijn samengebracht - "in 2024 een dieptepunt bereiken van ongeveer €5 miljard, met een groei van de inkomsten uit de kernactiviteiten van 0% tot 2%".

De aandelen van Atos, die in een jaar tijd bijna 45% van hun waarde hebben verloren, stonden om 07:50 GMT 1,27% lager op de Parijse beurs, nadat ze aan het begin van de sessie tot 3,36% waren gestegen.

Atos, dat activa bezit die door de Franse overheid als strategisch worden beschouwd, probeert het vertrouwen van beleggers terug te winnen na verschillende tegenslagen, zware verliezen en sterke schommelingen op de aandelenmarkt als gevolg van de instabiliteit van het bestuur, waardoor het bedrijf een splitsingsplan heeft voorgesteld.

Dit plan houdt in dat Tech Foundations wordt afgesplitst van Eviden, dat de meest begeerde activa van Atos omvat, zoals de BDS-cyberbeveiligingsdivisie en supercomputers.

De operationele marge van Tech Foundations zou in 2026 tussen 6% en 8% moeten bedragen, terwijl de vrije kasstroom voor rente en belastingen in 2025 positief zou moeten worden en in 2026 meer dan €250 miljoen zou moeten bedragen, aldus Atos in een verklaring.

Nourdine Bihmane, Chief Operating Officer, vertelde op een persconferentie dat het splitsingsplan in de belangrijkste landen zijn voltooiing nadert.

Hij voegde eraan toe dat de verkoop van €700 miljoen aan activa, die als essentieel wordt beschouwd om het herstelplan van het bedrijf te financieren, bijna is afgerond.

Nourdine Bihmane voegde eraan toe dat ongeveer 20% van het strategische plan van €1,2 miljard, waarbij ongeveer 7.500 mensen worden ontslagen, is voltooid.

(Verslag van Mathieu Rosemain, Kate Entringer, bewerkt door Blandine Hénault)

door Mathieu Rosemain