Parker-Hannifin is van plan EU-antitrustgoedkeuring te krijgen voor zijn bod van 6,3 miljard pond (8,3 miljard dollar) op het Britse Meggitt, nadat het heeft aangeboden een fabriek in de VS te verkopen om concurrentieproblemen op te lossen, aldus mensen die met de zaak vertrouwd zijn.

Het Amerikaanse engineering- en ruimtevaartconcern heeft zijn bod vorige maand bij de Europese Commissie ingediend en de EU-mededingingswaakhond heeft vervolgens feedback van rivalen en klanten gevraagd.

Groot-Brittannië onderzoekt de transactie, de laatste door een Amerikaanse koper van een Brits bedrijf, wegens bezorgdheid over de nationale veiligheid, aangezien Meggitt onder meer Boeing, Airbus, het Britse Ministerie van Defensie (MoD) en Rolls-Royce als klanten heeft.

Meggitt levert ook wiel- en remsystemen voor militaire gevechtsvliegtuigprogramma's.

De fabriek die Parker te koop aanbiedt bevindt zich in Ohio in de Verenigde Staten en het afstoten ervan zou de bezorgdheid over overlappende activiteiten met Meggitt wegnemen, vertelde een bron aan Reuters.

De Europese Commissie, die op 11 april een besluit over de transactie moet nemen, weigerde commentaar te geven.

"Wij zijn in gesprek met de relevante autoriteiten om goedkeuring van de regelgevende instanties te verkrijgen en kunnen bevestigen dat wij in gesprek zijn met de Europese Commissie over mogelijke oplossingen," zei een woordvoerder van Parker.

"Wij blijven verwachten dat de transactie in het derde kwartaal van 2022 zal worden gesloten. Voor het overige is het voor ons niet gepast om verder commentaar te geven op de regelgevende processen." (Verslaggeving door Foo Yun Chee; Redactie door David Evans en Alexander Smith)