Q-linea AB (publ) kondigde de eerste onderzoeksresultaten aan waaruit blijkt dat ASTar bij tot 45% van de septische patiënten aanzet tot aanpassing van de antibioticatherapie en 20 tot 34 uur eerder passende zorg mogelijk maakt dan de huidige zorgstandaard. Dit weekend werden de resultaten van twee klinische onderzoeken naar snelle AST gepresenteerd op het nationale congres van de AMCLI (Associazione Microbiologi Clinici Italiani) in Rimini, Italië, tijdens een workshop georganiseerd door Q-linea.

Prof. Maurizio Sanguinetti van de Università Cattolica del Sacro Cuore in Rome deelde de tussentijdse resultaten van het LIFETIMES-onderzoek. Uit gegevens van IC-patiënten met bloedbaaninfecties bleek dat ASTar in 45% van de gevallen aanleiding gaf tot een wijziging van de antibioticatherapie, wat 1,5 dag (34,1 uur) eerder gebeurde dan de huidige zorgstandaard. Alexia Verroken van Cliniques Universitaires Saint-Luc, Brussel, toonde aan dat de implementatie van ASTar de tijd tot de optimale behandeling met bijna 20 uur (19 uur en 53 minuten) verkortte in vergelijking met routinemethodes.

Het werk van Prof. Verroken gaf aan dat een optimale integratie van ASTar in de workflow bij één op de vier patiënten tot een verandering in de therapieselectie kon leiden. De gepresenteerde gegevens toonden aan dat wanneer ASTar de klinische impact bepaalde, het bij 33,3% ging om de-escalatie, bij 55% om escalatie en bij 11,1% om een antibioticaswitch.