Accor, Europa's grootste hotelgroep, rapporteerde donderdag een operationele winst die boven de marktverwachtingen en de eigen schattingen lag, onder vermelding van "zeer goede" activiteiten in december.

Gestimuleerd door de vraag naar kortere reizen, zagen de Europese hotelketens de boekingen terugkeren naar een niveau dat vergelijkbaar was met 2019, voordat de Covid-19 pandemie internationale vluchten aan de grond hield.

De groep, die de duurdere Sofitel- en Pullman-ketens en goedkope merken zoals Ibis beheert, boekte een bruto bedrijfsresultaat (EBITDA) van €675 miljoen voor 2022, beter dan verwacht. Analisten hadden €640,3 miljoen verwacht, en Accor had een EBITDA tussen €610 en €640 miljoen voorspeld.

"We hebben onze financiële en niet-financiële doelstellingen overtroffen en kunnen de toekomst met vertrouwen tegemoet zien", aldus voorzitter en CEO Sébastien Bazin van Accor in een persbericht.

De omzet per beschikbare kamer (RevPAR) van Accor, een belangrijke indicator voor de prestaties van de hotelsector, steeg in het vierde kwartaal met 15% en overtrof in 2019 het niveau van voor de crisis met 2%.

Voor 2023 mikt de Groep op een like-for-like stijging van de RevPAR tussen 5% en 9% ten opzichte van vorig jaar.

De regionale divisie, bestaande uit India, Afrika, het Midden-Oosten en Turkije, boekte een stijging van 73% in RevPAR in het vierde kwartaal ten opzichte van 2019, gestimuleerd door de sterke vraag tijdens de wereldkampioenschappen voetbal in Qatar. (Verslag van Tristan Chabba en Anna Mackenzie in Gdansk; Franse versie door Lina Golovnya, bewerkt door Kate Entringer)