De Europese Commissie zei in 2019 dat de teelt van palmolie buitensporige ontbossing veroorzaakt en vroeg de lidstaten om het gebruik van palmolie in de productie van biobrandstoffen tot 2023 te beperken en tegen 2030 geleidelijk uit te bannen.

In 2020 beloofde Eni om tegen 2023 "palmolievrij" te worden in haar raffinaderijen, en in oktober 2022 kondigde het aan dat het de doelstelling eerder dan gepland had bereikt.

Het rapport van T&E, getiteld 'Belofte niet nagekomen: hoe Eni's raffinaderijen nog steeds afhankelijk zijn van palmolieproducten', toont echter bewijs dat er vorig jaar palmolievetzuurdestillaat (Pfad), een bijproduct van palmolie, naar Eni-raffinaderijen werd vervoerd.

"Dit ondanks wetenschappelijke studies die aantonen dat Pfad samen met ruwe palmolie een aanjager van ontbossing is," aldus het rapport.

Volgens de organisatie is dit bewijs in strijd met Eni's belofte om in 2020 geleidelijk te stoppen met ruwe palmolie en afgeleide producten.

In een reactie zei Eni dat het vanaf eind 2022 een 'palmolievrij' bedrijf is en dat het gebruik van Pfad is toegestaan volgens de Europese en Italiaanse regelgeving.

"Pfad is een afvalbijproduct van het raffinageproces van palmolie," zei het bedrijf. "Wij zijn het er niet mee eens om het gebruik van dit afvalproduct gelijk te stellen aan het gebruik van palmolie zelf."

Veel andere producenten van biobrandstoffen, waaronder de Europese marktleider Neste, classificeren Pfad ook als een afvalproduct van het raffinageproces.

Toen Eni in oktober 2022 het einde van de palmolielevering aankondigde, zei het dat het door zou gaan met het gebruik van afvalbijproducten, waarmee het van koers veranderde ten opzichte van zijn eerdere belofte om het gebruik van zowel palmolie zelf als Pfad uit te bannen.

T&E stelt dat oliemaatschappijen en producenten van biobrandstoffen Pfad gewoonlijk behandelen als "afval en residuen" om upstream emissies uit te sluiten van klimaateffectbeoordelingen van bijproducten.

(Francesca Landini, vertaald door Luca Fratangelo, bewerkt door Sabina Suzzi)