Een Amerikaans hof van beroep heeft maandag een groepsgeding verworpen waarin beweerd werd dat het beleid van Uber Technologies om chauffeurs met een lage passagiersbeoordeling te ontslaan, racistisch discriminerend is.

Het 9th U.S. Circuit Court of Appeals in San Francisco zei dat Thomas Liu, een chauffeur die de rechtszaak in 2020 had aangespannen, geen bewijs had geleverd dat Uber niet-blanke chauffeurs vaker van de app schopte dan blanke chauffeurs met een lage beoordeling.

De advocaten van Liu hadden aangevoerd dat statistisch bewijs ter ondersteuning van hun beweringen alleen beschikbaar zou zijn als de zaak zou worden doorverwezen, waarbij eisers documenten en getuigenissen van gedaagden kunnen opvragen. Maar een panel van drie rechters in het 9e Circuit zei dat Liu niets anders dan speculatie had aangedragen om zijn bewering dat het systeem van Uber discriminerend is, te staven.

Uber reageerde niet onmiddellijk op een verzoek om commentaar.

Shannon Liss-Riordan, een advocaat van Liu, zei dat ze "diep teleurgesteld en bezorgd" was over de uitspraak en dat ze de rechtbank waarschijnlijk zou vragen om de uitspraak te herzien.

Uber vraagt passagiers om chauffeurs te beoordelen op een schaal van één tot vijf en deactiveert chauffeurs die niet hoog scoren. Liu, die Aziatisch-Amerikaans is, zei in de rechtszaak dat hij werd gedeactiveerd nadat zijn beoordeling onder de 4,6 was gezakt.

Liu beweert dat passagiers eerder een slechte beoordeling geven aan niet-blanke chauffeurs en dat het gebruik van het beoordelingssysteem door Uber in strijd is met Titel VII van de Civil Rights Act van 1964 en de antidiscriminatiewetgeving van Californië.

U.S. District Judge Vince Chhabria in San Francisco wees de motie van Uber om de zaak in 2022 te verwerpen toe, en zei dat er geen plausibele bewering was van een statistische ongelijkheid tussen chauffeurs van verschillende rassen. Hij zei dat een onderzoek door de advocaten van Liu onder duizenden Uber-coureurs, waaruit bleek dat er een ongelijkheid was, gebrekkig was.

Het 9e Circuit was het daar maandag mee eens en zei dat het onderzoek talloze fouten bevatte en niets zei over de raciale samenstelling van de totale populatie Uber-chauffeurs.

Liu werd gesteund door de U.S. Equal Employment Opportunity Commission, die toeziet op de naleving van Titel VII.

Het bureau zei in een 'friend-of-the-court brief' dat Liu onderzoek aanhaalde waaruit bleek dat klantbeoordelingen waarschijnlijk beïnvloed worden door vooroordelen, ook bij Uber-chauffeurs en andere gig workers. Dat, in combinatie met het onderzoek van Liu's advocaten, was genoeg om een aannemelijke zaak vast te stellen, aldus de commissie.