Duitsland moet de zekerheid van de gasvoorziening in de komende vier winters verbeteren nadat het vorig jaar werd afgesneden van de Russische pijplijnexport, zei gasopslagbedrijvengroep INES op donderdag.

INES gaf haar laatste tweemaandelijkse update vrij over de scenarioplanning van haar leden voor het komende winterseizoen, dat in oktober begint: "Er moet actie worden ondernomen tot de winter van 2026/27."

"Pas na die datum zal het gasverbruik, op basis van de aannames in de Europese 10-jaren netwerkontwikkelingsplannen, zodanig dalen dat er geen verdere infrastructuurmaatregelen nodig zijn," aldus de organisatie.

De voorgestelde remedies zijn meer drijvende importterminals voor vloeibaar aardgas (LNG), waarvan er al drie operationeel zijn, meer gasopslagcapaciteit en meer pijpleidingverbindingen buiten de eerder vastgestelde oost-westroutes.

"Voor de winters van 2023/24 en 2024/25 kunnen we niet om drijvende LNG-terminals heen," zei INES-directeur Sebastian Bleschke.

Met ondergrondse opslagcavernes die momenteel voor 89,9% gevuld zijn met 226,6 terawattuur (TWh), is de sector goed voorbereid om gastekorten in de komende winter te voorkomen, aldus INES.

Als de huidige gebruikspatronen zich voortzetten, zou er door de extreem koude temperaturen echter nog steeds een tekort aan vraag en aanbod kunnen ontstaan. In het slechtst denkbare scenario zou het aanbod in januari 7 TWh, in februari 15 TWh en in maart 2024 12 TWh kunnen bedragen.

De leden van INES, waaronder het Astora-bedrijf binnen de Sefe-groep, VNG Gasspeicher, Uniper en RWE, hebben 25% van de gasopslagcapaciteit in de Europese Unie in handen.

Het dagelijkse gasverbruik tot juli daalde tot 1,2 TWh op een maandelijkse gemiddelde basis, vergeleken met 3 TWh in de gemiddelden van maart en met 3,4 TWh in respectievelijk december en februari vorig jaar, zo blijkt uit gegevens van INES.

INES zal in de wintermaanden overschakelen op maandelijkse monitoringsrapporten, waarin ook de resterende Russische gasstromen naar de EU, via Turkije en Oekraïne, zullen worden opgenomen. (Verslag door Vera Eckert, redactie door Friederike Heine en David Evans)