De Poolse regering, verwikkeld in een langlopende ruzie met de EU over de onafhankelijkheid van de rechtbanken van het land, zei dinsdag dat zij met Brussel wijzigingen was overeengekomen die 35,4 miljard euro aan COVID-19 terugvorderingsfondsen zouden vrijgeven die in verband met het geschil waren ingehouden.

Maar nadat president Andrzej Duda een voorzichtige toon had aangeslagen over het wetsvoorstel, zei de regerende partij Recht en Rechtvaardigheid (PiS) dat het van de agenda van een parlementaire vergadering op donderdag zou worden gehaald, waardoor de hervormingsvoorstellen in het ongewisse bleven.

Opmerkingen van PiS-leider Jaroslaw Kaczynski maakten de onzekerheid over de goedkeuring van het wetsvoorstel nog groter.

"De gevolgen in Polen zouden uiterst destructief kunnen zijn, niet alleen voor de rechterlijke macht, maar ook voor het hele staatsapparaat," zei Kaczynski in een uittreksel van een interview met het weekblad Gazeta Polska.

Hij zei dat de goedkeuring ervan "waarschijnlijk, maar niet zeker" zou voldoen aan de mijlpalen die de Europese Commissie heeft gesteld als voorwaarden voor het ontvangen van de fondsen en dat er verder overleg nodig was.

Het wetsvoorstel heeft het heersende kamp verdeeld, waarbij Verenigd Polen, een junior partner in de regering, heeft gezegd dat het tegen zal stemmen op grond van het feit dat het de soevereiniteit van Polen schaadt.

Volgens het nieuwe wetsvoorstel zullen rechters niet worden onderworpen aan disciplinaire maatregelen voor het in twijfel trekken van de onafhankelijkheid van collega's die zijn benoemd door staatsorganen die volgens critici zijn gepolitiseerd. United Poland zegt dat dit chaos kan veroorzaken doordat een groot aantal vonnissen in twijfel kan worden getrokken.

In een toespraak op donderdag herhaalde Duda, een PiS-bondgenoot, ook dat hij tegen alle wijzigingen is die het mogelijk maken de status van rechters in twijfel te trekken. Hij voegde eraan toe dat hij zou beoordelen of het wetsontwerp in overeenstemming is met de grondwet.