Biostar Pharma, Inc. kondigt aan dat de eerste patiënt is ingeschreven voor een Fase 1 klinische studie (BG02-2201; NCT05681000) van de gepatenteerde orale formulering van utidelone, UTD2 (utidelone-capsule) bij patiënten met vergevorderde vaste tumoren in de VS. Dit onderzoek zal worden uitgevoerd in meerdere klinische onderzoekscentra, waaronder Sarah Cannon Research Institute (Florida Cancer Specialists & Research Institute), University of Southern California, Washington University School of Medicine in St.

Onbeantwoorde medische behoefte Met de verbetering van het behandelingsschema is de algehele overleving van kankerpatiënten de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen. Daarom is een goede therapietrouw een belangrijke factor voor klinische werkzaamheid in de langdurige zorg voor kankerpatiënten. Chemotherapie, vertegenwoordigd door microtubulaseremmers, blijft de meest voorkomende systemische behandeling voor kanker, maar de meeste microtubulaseremmers worden via I.V. toegediend, wat allergische reacties en ongemak kan veroorzaken.

Tot nu toe zijn er nauwelijks orale toedieningsvormen van microtubule-remmers met succes ontwikkeld vanwege de lage oplosbaarheid en het feit dat het een substraat is van geneesmiddelenresistent P-glycoproteïne. Liporaxel is een oraal taxaan dat alleen in Zuid-Korea op de markt is gebracht en waarvan de orale biologische beschikbaarheid nog steeds vrij laag was. Andere orale toedieningsvormen zoals Tesetaxel en Oraxol zijn mislukt in klinische onderzoeken vanwege veiligheids- en andere problemen, wat wijst op een enorme onvervulde medische behoefte.

UTD2 is 's werelds eerste orale epothilon microtubule remmer. Utidelone heeft het voordeel van orale formulering omdat het geen substraat is van P-glycoproteïne. Preklinische studies van UTD2 hebben goede PK- en veiligheidsprofielen en een relatief hoge biologische beschikbaarheid aangetoond.

Vergeleken met injecties hoeven er aan utidelone-capsules geen organische oplosmiddelen en oppervlakteactieve stoffen te worden toegevoegd. Ze kunnen dus de bijwerkingen van intraveneuze toediening verminderen, het ziekenhuisverblijf van patiënten verkorten, het toedieningsgemak verbeteren, de therapietrouw verbeteren en de mogelijkheden voor combinatietherapie met andere medicijnen tegen kanker vergroten.