De Deense overheid heeft energieconcern Orsted een 20-jarig contract gegund voor het afvangen en opslaan van 430.000 ton kooldioxide-emissies per jaar van twee warmte- en elektriciteitscentrales, aldus het Deense bedrijf op maandag.

In 2021 heeft Denemarken 16 miljard Deense kronen ($2,37 miljard) aan CCS-subsidies toegekend als onderdeel van een plan om de uitstoot van broeikasgassen tegen het einde van dit decennium met 70% te verminderen ten opzichte van het niveau van 1990, een van de meest ambitieuze klimaatdoelstellingen ter wereld.

Orsted zal hiervan ongeveer 8 miljard kronen ontvangen om het CCS-project op te zetten, aldus het Deense Energieagentschap in een afzonderlijke verklaring.

Orsted zei op zijn beurt dat het het Noorse Aker Carbon Capture (ACC) een contract had gegund om CO2-afvangtechnologie te leveren, waardoor de in Oslo genoteerde aandelen van het Noorse bedrijf tegen 1045 GMT met 18% stegen.

ACC zei dat het nieuwe contract meer dan 200 miljoen euro ($220 miljoen) waard was.

Bij het project is ook de Amerikaanse techgigant Microsoft betrokken, die in 2021 overeenkwam om met Orsted samen te werken om zijn plan te bevorderen om net zoveel koolstof te verwijderen als het bedrijf heeft uitgestoten sinds zijn oprichting in 1975.

Microsoft zal over een periode van 11 jaar 2,76 miljoen ton koolstof verwijderen uit het CCS-project in de houtsnippergestookte Asnaes-krachtcentrale, aldus Orsted, zonder een waarde voor het contract te noemen.

"Gezien het feit dat CCS op basis van bio-energie nog in de kinderschoenen staat, waren zowel de Deense overheidssubsidies als het contract met Microsoft noodzakelijk om dit project levensvatbaar te maken," voegde Orsted eraan toe.

De afgevangen CO2 zal van Denemarken naar Noorwegen worden verscheept voor injectie onder de zeebodem op de CO2-opslaglocatie Northern Lights, aldus Orsted.

Het is het tweede commerciële CO2-opslagcontract voor Northern Lights. Het Noorse Yara tekende er vorig jaar een. ($1 = 6,7638 Deense kronen) ($1 = 0,9084 euro) (Verslaggeving door Johannes Gotfredsen-Birkebaek in Kopenhagen en Nora Buli in Oslo; geschreven door Nerijus Adomaitis; redactie door Terje Solsvik en Barbara Lewis)