Merck & Co., Inc. heeft aangekondigd dat de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) KEYTRUDA, Merck's anti-PD-1 therapie, heeft goedgekeurd in combinatie met chemoradiotherapie (CRT) voor de behandeling van patiënten met FIGO (International Federation of Gynecology and Obstetrics) 2014 stadium III-IVA baarmoederhalskanker. De goedkeuring is gebaseerd op gegevens uit het fase 3 KEYNOTE-A18-onderzoek, waarin KEYTRUDA plus CRT een verbetering van de progressievrije overleving (PFS) liet zien, waarbij het risico op ziekteprogressie of overlijden met 41% werd verminderd (HR=0,59 [95% CI, 0,43-0,82]) in vergelijking met placebo plus CRT bij patiënten met FIGO 2014-stadium III-IVA ziekte. De mediane PFS werd in geen van beide groepen bereikt.

Deze goedkeuring markeert de derde indicatie voor KEYTRUDA bij baarmoederhalskanker en de 39e indicatie voor KEYTRUDA in de VS. Immuungemedieerde bijwerkingen, die ernstig of fataal kunnen zijn, kunnen optreden in elk orgaansysteem of weefsel en kunnen meer dan één lichaamssysteem tegelijk beïnvloeden. Immuungemedieerde bijwerkingen kunnen op elk moment tijdens of na de behandeling met KEYTRUDA optreden, waaronder pneumonitis, colitis, hepatitis, endocrinopathieën, nefritis, dermatologische reacties, afstoting van transplantatie van vaste organen en complicaties van allogene hematopoëtische stamceltransplantatie. Belangrijke immuungemedieerde bijwerkingen die hier worden vermeld, omvatten mogelijk niet alle mogelijke ernstige en fatale immuungemedieerde bijwerkingen.

Vroege identificatie en beheer van immuungemedieerde bijwerkingen zijn essentieel om een veilig gebruik van KEYTRUDA te garanderen. Op basis van de ernst van de bijwerking moet KEYTRUDA worden ingehouden of permanent worden stopgezet en moeten, indien nodig, corticosteroïden worden toegediend. KEYTRUDA kan ook ernstige of levensbedreigende infusiegerelateerde reacties veroorzaken.

Op basis van het werkingsmechanisme kan KEYTRUDA schade aan de foetus veroorzaken wanneer het aan een zwangere vrouw wordt toegediend. In de VS, KEYTRUDA heeft twee aanvullende goedgekeurde indicaties voor baarmoederhalskanker: in combinatie met chemotherapie, met of zonder bevacizumab, voor de behandeling van patiënten met persisterende, terugkerende of gemetastaseerde baarmoederhalskanker waarvan de tumoren PD-L1 (Combined Positive Score [CPS] =1) tot expressie brengen, zoals bepaald door een door de FDA goedgekeurde test; en als enkelvoudig middel voor de behandeling van patiënten met terugkerende of gemetastaseerde baarmoederhalskanker met ziekteprogressie op of na chemotherapie waarvan de tumoren PD-L1 (CPS =1) tot expressie brengen, zoals bepaald door een door de FDA goedgekeurde test. Opzet van de studie en aanvullende gegevens ter ondersteuning van de goedkeuring: KEYNOTE-A18, ook bekend als ENGOT-cx11/GOG-3047, is een multicenter, gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd fase 3-onderzoek (ClinicalTrials.gov, NCT04221945) gesponsord door Merck en uitgevoerd in samenwerking met de European Network for Gynaecological Oncological Trial (ENGOT)-groepen en de GOG Foundation, Inc. (GOG), waarin KEYTRUDA wordt onderzocht in combinatie met CRT (cisplatine en externe stralingsbundelradiotherapie [EBRT] gevolgd door brachytherapie [BT]).

Aan het onderzoek namen 1.060 patiënten met baarmoederhalskanker deel die niet eerder een definitieve operatie, bestraling of systemische therapie voor baarmoederhalskanker hadden ondergaan. Er waren 596 patiënten met FIGO 2014 stadium III-IVA baarmoederhalskanker (tumorbetrokkenheid van de onderste vagina met of zonder uitbreiding naar de bekkenwand of hydronefrose/nier die niet functioneert of is uitgezaaid naar aangrenzende bekkenorganen) met ofwel knooppositieve of knoopnegatieve ziekte, en 462 patiënten met FIGO 2014 stadium IB2-IIB baarmoederhalskanker (tumorlaesies > 4 cm of klinisch zichtbare laesies > 4 cm of klinisch zichtbare laesies).4 cm of klinisch zichtbare laesies die buiten de baarmoeder zijn uitgezaaid maar zich niet hebben uitgebreid naar de bekkenwand of naar het onderste derde deel van de vagina) met knooppositieve ziekte; twee patiënten hadden FIGO 2014 stadium IVB ziekte. De patiënten werden gerandomiseerd (1:1) om ofwel: KEYTRUDA (200 mg intraveneus [IV]) elke drie weken (Q3W) gedurende vijf cycli gelijktijdig met cisplatine (40 mg/m2 IV) wekelijks gedurende vijf cycli (een optionele zesde infusie kon per lokale praktijk worden toegediend) en radiotherapie (EBRT gevolgd door BT), gevolgd door KEYTRUDA (400 mg IV) elke zes weken (Q6W) gedurende 15 cycli; Placebo IV Q3W gedurende vijf cycli, gelijktijdig met cisplatine (40 mg/m2 IV) wekelijks gedurende vijf cycli (een optionele zesde infusie kan per lokale praktijk worden toegediend) en radiotherapie (EBRT gevolgd door BT), gevolgd door placebo IV Q6W gedurende 15 cycli.

De behandeling werd voortgezet tot RECIST v.1.1 gedefinieerde progressie van de ziekte zoals bepaald door de onderzoeker of onaanvaardbare toxiciteit. De tumorstatus werd gedurende de eerste twee jaar elke 12 weken na voltooiing van CRT beoordeeld, gevolgd door elke 24 weken in jaar drie en daarna jaarlijks. De belangrijkste uitkomstmaten voor de werkzaamheid waren PFS zoals beoordeeld door de onderzoeker volgens RECIST v1.1, gewijzigd om een maximum van 10 doelwitlaesies en een maximum van vijf doelwitlaesies per orgaan te volgen, of histopathologische bevestiging, en algehele overleving (OS).