Astellas Pharma Inc. zal gedetailleerde resultaten presenteren van de Fase 3 GLOW-studie waarin een eerstelijnsbehandeling met zolbetuximab, een onderzoeks-eerste-in-class Claudin 18.2 (CLDN18.2) gericht monoklonaal antilichaam, plus CAPOX (een combinatiechemotherapie die capecitabine en oxaliplatine omvat) versus placebo plus CAPOX bij patiënten met CLDN18.2-positief, HER2-negatief, lokaal gevorderd onresectabel of metastatisch maag- of gastro-oesofageale junctie (GEJ) adenocarcinoom. In het onderzoek toonde de onderzoeksbehandeling zolbetuximab plus CAPOX een statistisch significante verbetering van de progressievrije overleving (PFS) in vergelijking met placebo plus CAPOX. Meer specifiek verminderde zolbetuximab plus CAPOX het risico op progressie of overlijden met 31,3% (n=507; hazard ratio [HR] = 0,687; [95% betrouwbaarheidsinterval [CI]: (0,544-0,866)]; p=0,0007) in vergelijking met placebo plus CAPOX, waarmee het primaire eindpunt van GLOW werd gehaald.

De mediane PFS was 8,21 maanden (95% CI: 7,46u8,84) in de behandelingsarm en 6,80 maanden (95% CI: 6,14u8,08) in de placebo-arm. Het onderzoek toonde ook aan dat zolbetuximab plus CAPOX de totale overleving (OS), een belangrijk secundair eindpunt, aanzienlijk verlengde, waarbij het risico op overlijden met 22,9% werd verminderd (HR=0,771; 95% CI: 0,615-0,965; p=0,0118). De mediane OS was 14,39 maanden (95% CI: 12,29-16,49) en 12,16 maanden (95% CI: 10,28-13,67) voor respectievelijk de behandelingsarm en de placebo-arm.

De incidentie van ernstige behandelings-emergente bijwerkingen (TEAE's) was vergelijkbaar tussen beide armen (47,2% versus 49,8% in de zolbetuximab versus placebo armen, respectievelijk) en consistent met eerdere studies.1 De meest voorkomende TEAE's in de GLOW studie waren misselijkheid (68,5% versus 50,2%), braken (66,1% versus 30,9%) en verminderde eetlust (41,3% versus 33,7%) in de zolbetuximab versus placebo armen.