De fabriek staat centraal in de plannen van Duitsland en de Europese Unie om de veerkracht van het continent te versterken door meer lokaal te produceren, nadat de COVID-19 pandemie en de Russische invasie in Oekraïne de risico's van lange, wereldwijd verspreide toeleveringsketens aan het licht brachten.

Maar de krant zei dat de stijgende energie- en grondstofprijzen de oorspronkelijke berekeningen van het Amerikaanse bedrijf in de war hadden gestuurd. Waar Intel oorspronkelijk kosten van 17 miljard euro ($18 miljard) had begroot, lagen de prijzen nu dichter bij de 20 miljard euro, aldus de krant.

"De geopolitieke uitdagingen zijn toegenomen en de vraag naar halfgeleiders is gedaald," zei Intel-woordvoerder Benjamin Barteder volgens de krant. "Dit betekent dat we nog geen definitieve datum voor de start van de bouw kunnen geven."

Het bedrijf voegde eraan toe dat het met de overheid aan het bespreken was hoe een "financieringsgat" overbrugd kon worden, aldus de krant.

"De kloof is ontstaan in deze huidige situatie. We werken samen met partners in de regering om het project vooruit te helpen," citeerde de krant Intel.

Intel reageerde niet onmiddellijk op een verzoek om commentaar.

($1 = 0,9450 euro)