Roche kondigde positieve nieuwe gegevens aan van de fase III COMMODORE 3-studie in China, waaruit blijkt dat crovalimab, een nieuw anti-C5-recycling monoklonaal antilichaam, doeltreffend is en goed wordt verdragen bij mensen met paroxismale nachtelijke hemoglobinurie (PNH). Het onderzoek voldeed aan de primaire eindpunten van transfusievermijding (TA) en hemolysecontrole, en toonde aan dat deelnemers met PNH, die niet eerder met complementremmers zijn behandeld en die elke vier weken subcutane crovalimab-injecties kregen, ziektecontrole bereikten. De gegevens werden gepresenteerd op het congres van de American Society of Hematology (ASH), dat plaatsvindt van 10-13 december 2022.

PNH is een uiterst zeldzame en levensbedreigende bloedziekte, waarbij rode bloedcellen worden aangepakt en vernietigd door het complementsysteem u onderdeel van het aangeboren immuunsysteem u dat symptomen veroorzaakt zoals bloedarmoede, vermoeidheid, bloedstolsels en nieraandoeningen. 3 C5-remmers u behandelingen die een deel van het complementsysteem blokkeren u zijn effectief gebleken bij de behandeling van de aandoening. Crovalimab is ontwikkeld om te worden gerecycled in de circulatie, waardoor complementremming duurzaam is en de behandelingslast van de momenteel beschikbare behandelingen mogelijk wordt verminderd.

Het wordt onderzocht in een uitgebreid klinisch ontwikkelingsprogramma, waaronder vijf lopende wereldwijde fase III-studies bij PNH en andere complementgemedieerde ziekten. De COMMODORE 3 studie omvatte gegevens van 51 deelnemers met PNH, die gedurende de primaire studieperiode elke vier weken crovalimab subcutaan kregen toegediend. Uit de resultaten bleek dat werd voldaan aan de co-primaire effectiviteitseindpunten hemolysecontrole en TA, indicatoren van ziektecontrole.

Het gemiddelde percentage deelnemers met hemolysecontrole van week 5 tot en met week 25 was 78,7% (95% CI: 67,8%, 86,6%). Het verschil tussen het aandeel deelnemers met TA binnen 24 weken voorafgaand aan de screening (0,0%) en het aandeel deelnemers met TA van baseline tot en met week 25 (51,0%) was statistisch significant (p. COMMUTE-p (NCT04958265).